FAQ

Veelgestelde vragen (FAQ)



  • Wat is de afwijking van een vrije luchtstroom?
    Als de toegevoerde lucht een andere temperatuur heeft dan de lucht in de ruimte zal de luchtstroom een op- of neerwaartse afwijking hebben omdat de luchtdichtheid anders is. Een warme luchtstroom zal omhoog gaan, terwijl een koelere luchtstroom neerwaarts zal gaan.

  • Wat wordt bedoeld met industriële koeling?
    Industriële koeling is een algemene omschrijving van koeling die gebruikt wordt in de industriële sector en waar er een voorwaarde is voor de maximale luchtsnelheid in de ruimte.

  • Wat is comfortventilatie?
    Comfortventilatie is een algemene omschrijving van ventilatietoepassingen waar mensen voorwaarden hebben voor comfort (temperatuur, snelheid, relatieve luchtvochtigheid, luchtkwaliteit etc.)

  • Wat is relatieve luchtvochtigheid?
    De relatieve luchtvochtigheid wordt omschreven als het percentage waterdamp in de lucht ten opzichte van de maximale hoeveelheid waterdamp bij een bepaalde temperatuur en luchtdruk.

  • Wat is de dauwpunttemperatuur?
    De dauwpunttemperatuur is de temperatuur waarnaar lucht moet worden gekoeld, met constante luchtdruk, zodat waterdamp condenseert in water. Het dauwpunt is een verzadigingspunt. Als de dauwpunttemperatuur tot onder het vriespunt zakt, wordt het vaak het rijppunt genoemd omdat de waterdamp dan niet langer dauw veroorzaakt maar rijp afzet.

  • Wat is het actieniveau van personen?
    Het actieniveau in de ruimte omschrijft hoeveel de personen bewegen, oftewel hoeveel warmte zij opleveren. De eisen voor luchtverdeling zijn vaak afhankelijk van het actieniveau.

  • Wat is isothermische lucht?
    Isothermische lucht is lucht die niet wordt beïnvloed door opwaartse krachten, zoals bijvoorbeeld toegevoerde lucht die dezelfde temperatuur heeft als de omringende lucht.

  • Wat betekent gelaagdheid en temperatuurgradiënt?
    Gelaagheid zijn de verschillende temperaturen in een bepaalde zone. Als warme lucht zich verzamelt onder het plafond, is de temperatuurgradiënt in de ruimte hoog.

  • Wat is ventilatie- en temperatuurcapaciteit?
    De ventilatiecapaciteit omschrijft hoe efficiënt het ventilatiesysteem is. Het omschrijft de verhouding van de gemiddelde vervuiling in de verblijfszone ten opzichte van de vervuiling in het luchtextract. De temperatuurcapaciteit omschrijft de samenhang tussen het temperatuurniveau in de verblijfszone en de temperatuur van het luchtextract. Als de extractopening zich hoog in de ruimte bevindt, zal de temperatuurcapaciteit aangeven of warme lucht zich in de ruimte verzamelt. Bij mengventilatie kan de temperatuurcapaciteit maximaal 1 zijn, wat betekent dat 100% van de lucht is gemengd. Bij verplaatsingsventilatie kan de temperatuurcapaciteit hoger zijn dan 1 vanwege de gelaagdheid van lucht. Hierdoor kan verplaatsingsventilatie ook gebruikt worden om energie te besparen.

  • Wat zijn thermische en atmosferische binnenklimaten?
    Bij een thermisch binnenklimaat wordt de luchttemperatuur, gemiddelde straaltemperatuur, luchtsnelheid en relatieve luchtvochtigheid gemeten.

    Bij een atmosferisch binnenklimaat wordt de luchtkwaliteit gemeten aan de hand van organische dampen, bacteriën, rook etc.

  • Wat is CO2?
    Kooldioxide (CO2) is een substituut voor verontreining binnen die wordt afgegeven door mensen en in verband staat met menselijke activiteit. Wanneer het kooldioxidegehalte binnen uitzonderlijk hoog is, kan dat resulteren in slaperigheid, hoofdpijn of minder goed functioneren. Mensen zijn de belangrijkste bron van kooldioxide binnenshuis.

  • Wat is een geometrisch toevoergebied en een effectief toevoergebied?
    Het geometrische toevoergebied van een toegang (bijv. mondstukken) is het geometrische gebied van de toevoeropening. Bij alle soorten luchttoevoeropeningen is er een inkrimping van de stroom, dit betekent dat het effectieve toevoergebied kleiner is dan het geometrische toevoergebied. De verhouding van het effectieve gebied zal daardoor altijd minder zijn dan 1 ten opzichte van het geometrische gebied. Deze verhouding wordt de "contractiecoëfficiënt" genoemd voor de toevoeropening.

  • Wat voor soort ventilator is de beste optie voor een textielen ventilatiesysteem?
    Voor ventilatiesystemen bestaan er twee soorten ventilatoren: axiaalventilatoren en centrifugaalventilatoren.

    De axiaalventilatoren hebben bladen die ervoor zorgen dat lucht parallel aan de schacht beweegt waar de bladen ronddraaien. Axiaalventilatoren blazen lucht langs de as van de ventilator (zoals bij een tafelventilator). Door de omwenteling van de bladen ontstaat er een onderdruk aan de achterkant van de ventilator die zorgt voor een naar voren gerichte stroom. De axiaalventilator is zeer efficiënt maar kan niet genoeg externe statische druk opbouwen waardoor deze ventilator minder geschikt is voor textielen ventilatiesystemen.

    De centrifugaalventilator heeft een bewegend rotorblad dat bestaat uit een centrale schacht waar omheen een aantal bladen zijn geplaatst. Centrifugaalventilatoren blazen de lucht in een rechte hoek richting de toevoeropening van de ventilator en blazen de lucht richting de afvoeropening. Wanneer de lucht door het "rad" passeert, wordt er energie geleverd aan de lucht waardoor de totale druk stijgt. Een centrifugaalventilator produceert meer druk voor een bepaald luchtvolume en kan worden aangepast door het omwisselen van de riemschijf. Ze maken meer lawaai dan vergelijkbare axiaalventilatoren, maar omdat ze meer externe statische druk produceren, zijn deze ventilatoren beter geschikt voor textielen ventilatiesystemen.

  • Wat is de verblijfszone?
    De verblijfszone in een ruimte is de zone waar mensen langere tijd verblijven en wordt omschreven als het gebied waar moeite voor wordt gedaan om te zorgen dat het binnenklimaat op een algemeen niveau is. De verblijfszone is niet standaard, maar wordt per project bepaald in overleg met de architect en de klant. De verblijfszone wordt vaak omschreven als de zone vanaf de vloer tot een hoogte van 1,8 m boven waar mensen staand hun werk doen. Deze hoogte wordt verlaagd naar 1,1 m boven mensen die zittend werk doen.

    Wat is mengventilatie?

    Wat is verplaatsingsventilatie?

    Wat is hybride ventilatie?

    Wat zijn 2-dimensionale en 3-dimensionale stralen?
    Het kenmerk van een 2-dimensionale luchtstraal is dat hij zich in twee richtingen verspreidt. De straal veroorzaakt dus lucht vanaf twee kanten. Bij textielen ventilatiesystemen kunnen stralen uit spleten en inject-JET-systemen worden getypeerd als 2-dimensionaal.

    Een 3-dimensionale staal verspreidt zich in drie richtingen. Dit betekent dat de straal lucht veroorzaakt vanaf alle kanten van de straal (kegelvormige straal). Bij textielen ventilatiesystemen kunnen stralen uit mondstukken, inject LV en MV en grote luchtgaten worden getypeerd als 3-dimensionaal. Wanneer mondstukken of luchtgaatjes dicht bij elkaar zijn geplaatst, veroorzaken zij een 2-dimensionale stroom.

  • Wat is statische druk, dynamische druk en totale druk?
    De statische druk wordt gemeten in verhouding tot de atmosferische druk. Het heeft een gelijke impact in elke richting en zorgt dat het textiel gevuld is met lucht en blaast de lucht uit door de luchtgaatjes/mondstukken.

    De dynamische druk heeft invloed op de richting van de lucht en voert het mee van A naar B. De dynamische druk staat in verhouding tot de gemiddelde luchtsnelheid in het textiele luchtkanaal.

    De totale druk is de druk die door de ventilator moet worden geproduceerd om de totale weerstand in het ventilatiesysteem te weerstaan, bijv. het verlies van de afzonderlijke soorten weerstand zoals filters, koel- en verwarmingsoppervlaktes, wrijving en de statische druk in het systeem. De totale druk kan op elke plek in het ventilatiesysteem worden gemeten en is de som van de statische en dynamische druk.

  • Wat is de worplengte?
    De worplengte is de grootste afstand van het toevoerkanaal tot een bepaald punt in het gebouw waar de luchtsnelheid precies gelijk is aan de gewenste luchtsnelheid, bijv. viso = 0,20 m/s.

    Het is belangrijk om te weten dat de bepaling van de worplengte geldig is in isothermische omstandigheden. Daarom dienen de berekeningen voor luchtsnelheden te worden gecorrigeerd indien de toegevoerde lucht warmer of kouder is dan de omringende lucht in de ruimte.

    De worplengte van een plafondstraal is 40% langer dan die van een vrije straal. Dat komt doordat een plafondstraal aan het plafond blijft "plakken" vanwege het Coandă-effect en daardoor slechts de helft van het luchtvolume in de ruimte bijdraagt aan het verminderen van de luchtsnelheid.

  • Wat is het "Coandă-effect"?
    Als een straal is gericht op een plafond, zal het proberen aan dit oppervlakte te blijven "plakken" omdat er een negatieve druk wordt veroorzaakt tussen de straal en het plafond. Dit komt doordat er geen vervangende lucht kan worden toegevoerd voor de hoeveelheid lucht die door de straal wordt meegevoerd.

    Dit fenomeen staat bekend als het "Coandă-effect" en vergroot de worplengte met een factor van √2 (1,4) in verhouding tot de draailengte van een vrije straal. De luchtsnelheid dient minimaal 0,35 m/s te zijn om gebruik te kunnen maken van het Coandă-effect.

  • Wat is een vrije straal en een plafondstraal?
    Als de luchtstraal is gericht op de open ruimte, wordt deze ook wel een vrije straal genoemd. De luchtstraal voert omringende lucht mee en de diameter wordt groter naarmate de straal verder van het luchtkanaal af komt, terwijl de snelheid vermindert.

    Een plafondstraal, ook wel muurstraal genoemd, is een straal die gericht is op een oppervlakte. De straal kan worden gezien als een vrije straal die zich opsplitst. De maximale snelheid wordt dicht bij het oppervlakte bereikt en is 40% hoger dan de snelheid van een vrije straal op gelijke afstand van het luchtkanaal.

  • Wat is luchtdichtheid?
    De luchtdichtheid is het "gewicht" van de lucht in kg/m³. De luchtdichtheid hangt af van de luchttemperatuur. Voor normale ventilatiedoeleinden is de luchtdichtheid 1.205 kg/m³.

  • Wat is het koel- en verwarmingsvermogen?
    Het koel- en verwarmingsvermogen is precies wat het zegt: het vermogen van een systeem om te koelen en verwarmen. Dit wordt gewoonlijk gemeten in joules per seconde (Watt) of door middel van de warmte die het ventilatiesysteem uit de lucht kan halen of eraan kan toevoegen.

    Het koelvermogen hangt af van de luchthoeveelheid en het verschil in temperatuur. Om het gewenste koel- of verwarmingsvermogen te bepalen, is er een massaberekening van de ruimte/het gebouw nodig. Deze berekening houdt onder andere rekening met de interne lucht, de massa van de ruimte, waar de ramen zitten, isolatie etc.

  • Wat is meevoeren?
    Het is welbekend dat luchtgaatjes die in een verticale richting zijn geplaatst op een lang luchtkanaal problemen kunnen veroorzaken. Het grootste probleem is dat lucht de neiging heeft om van richting te veranderen en parallel te gaan stromen aan het luchtkanaal tenzij de vorm van de luchtgaatjes of mondstukken dat verhinderen.

    In de meerderheid van de gevallen, zal meevoering problemen veroorzaken bij de luchtverdeling in het gebouw. Aan de ene kant van de ruimte (bij de toevoer) kunnen er problemen ontstaan met stilstaande lucht, terwijl het aan de andere kant van de ruimte voor tocht kan zorgen. Meevoering gebeurt als de meevoersnelheid aanzienlijk hoger is dan de toevoersnelheid door de luchtgaatjes in het textiel.

    Om deze stroomafwijking (meevoering) tegen te gaan, adviseert KE Fibertec dat de meevoersnelheid door de gaatjes minstens 35% groter dient te zijn dan de toevoersnelheid in het luchtkanaal.

    Een andere factor die van invloed is op meevoering is de grootte van de luchtgaatjes. Als lucht wordt toegevoerd door grote gaten, zal het altijd de neiging hebben om af te wijken en langs het luchtkanaal te stromen.

    Het KE DireJet-systeem heeft deze problemen niet. De mondstukken zijn zo ontworpen dat de lucht loodrecht wordt uitgeblazen. De luchtgaatjes in het KE Inject-systeem worden rechtsteeks uit het textiel uitgesneden. Aan de andere kant wordt meevoering niet echt waargenomen in dit geval. Dat komt doordat de luchtsnelheid bij het KE Inject-systeem meestal hoger is dan bij traditionele systemen.

  • Wat is inductie en inductiegetal?
    Inductie is het resultaat van het met grote snelheid blazen van lucht door een luchtgaatje of mondstuk. De hoge luchtsnelheid zorgt voor een overmatige druk die zorgt voor een invoer en het meevoeren van de lucht in de ruimte richting de toegevoerde luchtstraal. Tijdens de eerste stroomcyclus zal de luchtsnelheid groot zijn, maar hoe meer lucht er in de ruimte vermengd wordt, hoe minder de luchtsnelheid zal zijn.

    Het inductiegetal is de verhouding tussen de toegevoerde lucht en de geïnduceerde lucht in de ruimte. Wanneer het inductiegetal hoog is, betekent dit dat het mengvermogen van het ventilatiesysteem goed is. Naarmate je verder weg bent van het luchtkanaal, zal het inductiegetal toenemen.

  • Wat is de thermische penetratielengte?
    De thermische penetratielengte is van groot belang bij het vaststellen of de lucht zo wordt verdeeld als gepland. De theorie achter plafondstralen is eigenlijk gebaseerd op het feit dat de stroom niet zwaar genoeg wordt en wegstroomt van het plafond voordat dat zou moeten. Als dat wel gebeurt, betekent dit dat de luchtsnelheid aan het begin van de verblijfszone hoger is dan berekend was. En dit is onprettig voor personen die in de zone van de betreffende straal verblijven.

  • Wat is de doorlaatbaarheid na het wassen?
    Normaal gesproken wordt textiel ongeveer 15% meer doorlaatbaar na het wassen. Als het textiel niet goed is behandeld door middel van verhitting, kan de doorlaatbaarheid stijgen met wel 35-40%. Wij raden u aan om de wasvoorschriften van KE Fibertec AS te volgen.

  • Wat is de krimping na het wassen?
    Als u zich houdt aan de wasvoorschriften van KE Fibertec AS, zal er niet meer dan 0,5% krimping plaatsvinden.

  • Waar kan ik informatie vinden over de textielen materialen van KE Fibertec?